UPDATES RECHTSPRAAK
Deliveroo-uitspraak
Op vrijdag 24 maart 2023 heeft de Hoge Raad eindelijk zijn uitspraak gedaan in de Deliveroo-zaak. De Hoge Raad heeft bevestigd dat de bezorgers van Deliveroo in feite werknemers zijn op basis van een arbeidsovereenkomst, ondanks het standpunt van Deliveroo dat dit niet het geval is. Hoewel deze uitspraak specifiek betrekking heeft op maaltijdbezorgers die via een platform werken, bevat het arrest belangrijke overwegingen die relevant zijn voor alle zzp'ers en hun opdrachtgevers. Deze overwegingen bieden meer zekerheid over de juridische kwalificatie van hun relatie.
De Hoge Raad noemt een aantal omstandigheden die van belang kunnen zijn bij het bepalen of iemand werkzaam is op basis van een arbeidsovereenkomst of als zzp'er. Een opvallend aspect in deze overwegingen is het belang dat de Hoge Raad hecht aan ondernemerschap. Voor horecaondernemers is het belangrijk om na te gaan hoe zij met hun personeel omgaan en om te (laten) beoordelen of er sprake is van een arbeidsovereenkomst of een zzp-relatie. In het laatste geval dient er echt sprake te zijn van daadwerkelijk ondernemerschap.
Rechtbank Rotterdam, 14 december 2022, ECLI:NL:RBROT:2022:12142
De strenge (zerotolerance) regels die ten aanzien van diefstal en onjuist urenregistraties worden gehanteerd in de retail & horeca, leiden dikwijls tot een rechtsgeldig ontslag op staande voet. Zo ook in dit geval, waarbij een werkneemster meermaals als lunch een broodje uit de winkel pakte zonder daarvoor te betalen en haar werkuren bewust onjuist registreerde. Het verweer van de werkneemster dat ze als oudgediende bepaalde vrijheden genoot, slaagde niet. Integendeel, zij werd gewezen op haar voorbeeldfunctie, waarbij ze juist misbruik maakte van de vrijheid en het vertrouwen dat zij genoot.
Rechtbank Overijssel, 10 mei 2023, ECLI:NL:RBOVE:2023:1738
In de praktijk komt het dikwijls voor dat je als (retail)organisatie een distributieovereenkomst of andere duurovereenkomst wenst te beƫindigen. Let dan wel op de eventueel te hanteren opzegtermijn indien daarover niets in de contracten is bepaald. Afhankelijk van de omstandigheden, zoals onder meer de wederzijdse belangen, de duur van de samenwerking, eventuele investeringen van de wederpartij en de redenen van de opzegging, dient een redelijke opzegtermijn te worden bepaald. In dit geval oordeelde de rechter dat een opzegtermijn van zes maanden in acht genomen had moeten worden in plaats van de gehanteerde twee weken.